‘Vrouwen zijn handiger dan mannen. En ook aardiger.’
Ik ben met een super lieve man getrouwd. En toch heb ik de hardnekkige neiging om te geloven dat ik eigenlijk een beter mens ben dan hij. Het zit ‘m in kleinigheden: ik vind het wreed dat hij spinnen opzuigt met de stofzuiger, bijvoorbeeld. Ik laat spinnen altijd buiten. Daar krijg ik toch extra punten voor?
Nu heb ik The Factual Feminist van Christina Hoff Sommers ontdekt, dankzij een verhaal op De Correspondent, en het blijkt dat Christina de kwestie heeft uitgezocht.
Echt, ze is in de onderzoeken gedoken naar verschillen tussen mannen en vrouwen met de vraag of vrouwen inderdaad betere wezens zijn. Dat idee heerst namelijk wijd en zijd, zegt zij, het heeft zelfs een naam: het Women-are-wonderful-syndroom, afgekort WAW. Vrouwen zouden bijvoorbeeld beter zijn in multitasken, dus handiger dan mannen, en vrouwen zouden ook aardiger zijn. Betere mensen eigenlijk. Kortom, mijn overtuiging. Massaal gedeeld door vrouwen, en waarschijnlijk ook door mannen.
‘Als ik mijzelf een beter mens vind dan een ander, ben ik een verwaand nest.’
Wat komt er tevoorschijn uit de wetenschappelijke literatuur?
Niet dus. Vrouwen zijn niet beter. Niemand is goed in multitasken; het is altijd slecht voor je prestatie als je meer dingen tegelijk doet. En vrouwen voelen wel makkelijker mee met iets of iemand, iets of iemand zieligs, dus ze zijn empathischer. Maar als je kijkt naar het gedrag, dan blijkt dat mannen evenveel altruïstische daden verrichten als vrouwen.
Oeps.
Als ik mijzelf een beter mens vind terwijl dat niet zo is, dan gaan er eigenlijk – eerlijk is eerlijk, hand in eigen boezem – weer punten af bij mij. Want dan ben ik een verwaand nest.
Maar wat blijkt? Mijn man vindt zichzelf ook een beter mens dan hij mij vindt. Hij vindt het bizar dat ik spinnenwebben laat zitten, bijvoorbeeld. Hij vindt mij sowieso slordig. En hij vindt dat hij beter autorijdt.
Staan we toch weer quitte.